Openbare oplaadpalen, Publieke oplaadpalen

Openbare laadpalen

Openbare oplaadpalen

Wat zijn openbare (of publieke) oplaadpalen?

Het opladen van een elektrische auto werkt zoals bij vrijwel elk elektrisch apparaat: u sluit de auto met een laadkabel aan op een laadpaal en gedurende een bepaalde tijd wordt de accu in de auto opgeladen. De snelheid waarmee de auto wordt opgeladen kan behoorlijk verschillen en is van veel variabelen afhankelijk. Zo is er een verschil tussen ‘gewoon laden’ bij een laadpaal of ‘snelladen’ bij een snellaadpaal.

In Nederland zijn alle publieke laadpunten met eenzelfde type laadpas te gebruiken, zijn ze 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, is er allerlei data beschikbaar voor bijvoorbeeld verrekening, diverse apps en navigatiesystemen en zorgt het Open Charge Point Protocol (OCCP) voor een universele taal tussen de laadpaal en de backoffice. In de back-office kan men zien of een laadpunt in gebruik is, hoeveel energie er wordt geladen en of een laadpunt een storing heeft.

Aantal openbare (of publieke) oplaadpalen

Nederland telt sinds eind 2019 meer dan 50.000 publieke laadpalen in de openbare ruimte, 27.992 publieke en 21.351 semipublieke laadpalen

Vier verschillende oplaadmethodes

Bij elektrisch laden kom je vaak de aanduiding ‘modes’ tegen. Daarmee wordt de techniek bedoeld die wordt gebruikt voor het opladen. Er zijn vier verschillende modes, waarvan de eerste drie werken met wisselstroom dat uit het stopcontact komt. Mode 4 werkt met gelijkstroom.

Mode 1 is laden met een gewoon stopcontact van 220 Volt met maximaal 10 Ampère. Dit wordt voor het opladen van elektrische auto’s in principe niet gebruikt, omdat er geen stroombegrenzer op zit die de belasting op het netwerk beperkt. Daardoor is het relatief onveilig.

Mode 2 is laden met een vaste stroombegrenzer. Dit gebeurt meestal aan een gewoon stopcontact of via een laadpaal thuis. In de meegeleverde kabel bij de auto is doorgaans een kastje met een stroombegrenzer ingebouwd.

Mode 3 is gecontroleerd laden. Er vindt communicatie plaats tussen de auto en de lader en pas als er een geschikte laadstroom is ‘afgesproken’ tussen de auto en de oplaadpaal wordt er spanning op het stopcontact gezet. Mode 3-laden is daarmee een stuk veiliger dan mode 2-laden.

Mode 4 is laden met gelijkstroom. De oplaadpaal staat in direct contact met de autobatterij en bepaalt zelf het gehele laadproces. Omdat het elektriciteitsnetwerk wisselstroom levert, zit er in de laadpaal een omvormer. Bij mode 1, 2 en 3 zit de omvormer in de auto zelf.

Overzicht oplaadpalen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *